Zenuwletsel
Zenuwletsel komt veel voor. Kenmerkend voor de directe uitval van een zenuw is gevoelsuitval en bewegingsbeperking van vingers of hand. De diagnose zenuwletsel wordt vaak gemist, doordat de wond (doorgaans de aanleiding) alle aandacht opeist en omdat er onvoldoende aan wordt gedacht en op getest.
Klachten
Afwezigheid van gevoel in het gebied dat voorheen door de intacte zenuw van gevoel werd voorzien.
Oorzaak
Zenuwletsel ontstaat meestal door een verwonding met iets scherps, bijvoorbeeld glas of een mes. Soms raakt een zenuw ook beschadigd door scheur- of bijtwonden.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
De behandeling van een doorgesneden zenuw in een vinger bestaat uit het hechten van deze zenuw. De zenuw groeit vervolgens langs de hechting uit richting de vingertop. Dit gebeurt met een snelheid van één mm per dag, zodat het vaak lang duurt voor er weer gevoel bestaat in de vingertop.
Risico’s
Bij elke operatie is er een kans op complicaties, zoals een infectie, een bloeding of pees/zenuwletsel. De kans hierop is minimaal. Vingerzenuwen lopen vlak naast buigpezen en snijwonden beschadigen vaak beide structuren. In dat geval moet niet alleen de zenuw, maar ook de buigpees worden gehecht.
Nazorg
Na de zenuwhechting blijft de hand circa tien dagen verbonden (soms zelfs in gips), waarna de huidhechtingen worden verwijderd. Op de plaats van de zenuwhechting blijft de vinger wat overgevoelig. Verder blijft het gevoel in de vinger waarvan de zenuw is gehecht nog lang doof.
Resultaat
Zenuwen zijn erg dun, maar niettemin opgebouwd uit duizenden zenuwvezels. Het is niet mogelijk die allemaal te herstellen. Zelfs na ideaal herstel resteert altijd een dover gevoel dan voor het zenuwletsel.