Triggervinger
Bij een triggervinger is de buigpees van een van de vingers of de peesschede (dit is de huls waar de pees doorheen glijdt) geïrriteerd. Er ontstaat dan een verdikking van de pees waardoor deze niet meer goed door de peesschede kan glijden. Het is een onschuldige, maar lastige aandoening.
Klachten
In het begin een geringe pijn of irritatie bij het buigen van de vinger, vooral bij het vastgrijpen. Later kan de vinger gaan haperen bij buigen of strekken of zelfs vast komen te zitten.
Oorzaak
De oorzaak van een haperende vinger is meestal niet duidelijk. Soms is er sprake van overbelasting.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
Een triggervinger wordt meestal behandeld met een injectie van ontstekingsremmers rond de beknelde buigpees. Doorgaans voert de huisarts deze behandeling uit. Na enkele weken inwerken slinkt het opgezette weefsel en beweegt de vinger weer soepel. Bij een minderheid heeft deze injectie geen (blijvend) effect en is een operatie noodzakelijk. De peesschede wordt opengesneden, waardoor weer ruimte ontstaat voor de verdikte pees. De duur van de ingreep is ongeveer vijftien minuten.
Risico’s
Bij elke operatie bestaat een kans op complicaties, zoals een infectie, een bloeding of pees/zenuwletsel. De kans hierop is gering.
Nazorg
Over het algemeen zijn er weinig pijnklachten na de operatie. De patiënt moet de geopereerde vinger regelmatig volledig buigen en strekken om te voorkomen dat de losgemaakte buigpees gaat verkleven aan de genezende wond. Na ongeveer tien dagen worden de hechtingen verwijderd bij de huisarts. In principe zijn er dan geen beperkingen meer.
Resultaat
Meteen na de operatie moet de patiënt de vinger weer goed kunnen buigen en strekken. Na tien dagen worden de hechtingen verwijderd en is genezing vrijwel compleet. Er is nagenoeg geen kans op terugkeer van het probleem aan de geopereerde vinger.