TFCC letsel
De band die in de pols het spaakbeen en de ellepijp met elkaar verbindt heet het triangulair fibrocartilagineus complex (TFCC). Bij een val op de pols kan deze band scheuren, waardoor het gewricht tussen spaakbeen en ellepijp instabiel wordt.
Klachten
Het TFCC is weinig doorbloed, zodat bij een scheur meestal weinig zwelling optreedt. Er ontstaat pijn wanneer het gewricht tussen spaakbeen en ellepijp wordt belast: draaibewegingen van de pols, opstaan uit de stoel, opdrukken of een zware pan tillen zijn vaak niet meer goed mogelijk. Handelingen waarbij dit gewricht niet wordt belast, zoals het tillen van een zware tas, lukken probleemloos.
Oorzaak
Een letsel van het TFCC wordt veroorzaakt door een ongeval.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
Er bestaat geen röntgen onderzoek dat een letsel van het TFCC kan aantonen. De diagnose moet worden gesteld met een kijkoperatie van de pols. Wanneer de kijkoperatie een letsel van het TFCC aantoont, is het niet mogelijk om dit letsel direct te herstellen. Daar moet een aparte operatie voor worden gepland.
Bij de hersteloperatie van het TFCC kan het oorspronkelijke TFCC niet worden hergebruikt. Er wordt een misbare pees uit uw arm of been gebruikt om de verbinding tussen het spaakbeen en de ellepijp te reconstrueren. Hierna moet de reconstructie vastgroeien voordat hij kan worden gebruikt en daarom gaat de arm 6 weken in het gips. In totaal moet u 6 maanden revalideren.
Wanneer een TFCC letsel is aangetoond, moet een hersteloperatie plaats vinden ter voorkoming van slijtage van het polsgewricht. Slijtage is namelijk onherstelbaar.
Risico’s
Bij elke operatie bestaat een kans op complicaties. Er kan een infectie, een bloeding of pees/zenuwletsel optreden. Herstel na dit type polschirurgie neemt doorgaans 6 maanden in beslag en leidt tot beperking van de beweeglijkheid.
Nazorg
Nazorg is gericht op het herwinnen van een zo optimaal mogelijke beweeglijkheid en vindt plaats onder begeleiding van de handtherapeut.
Resultaat
Na operatieve behandeling en 6 maanden revalidatie hebben de meeste patiënten minder pijn, een stabiel, maar ook een minder beweeglijk polsgewricht. Na herstel mag u alles met uw pols weer doen.