Bottumor
Een bottumor kan ontstaan uit bot, kraakbeen of vanuit cellen die geen bot of kraakbeen maken, maar wel in de botten aanwezig zijn. Dit zijn bijvoorbeeld bloedvaten of bindweefselcellen. Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Bottumoren zijn meestal goedaardig.
Klachten
Pijn, doorgaans ter plekke van de tumor. De pijn is vaak vaag, maar kan ’s nachts soms heviger zijn. In enkele gevallen wordt een zwelling gezien.
Oorzaak
Vaak is onduidelijk waardoor een bottumor ontstaat. Een enkele keer is sprake van een zeldzame erfelijke aandoening, met een verhoogde kans op het ontwikkelen van een bottumor.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
Bij een goedaardige bottumor is meestal geen operatie nodig. Klachten kunnen aanleiding zijn om tot een operatieve ingreep te besluiten, waarbij dan de bottumor wordt verwijderd. De holte die ontstaat na verwijdering van de tumor wordt gevuld met bottransplantaat uit de pols of uit het bekken. Kwaadaardige bottumoren worden behandeld door een oncologisch chirurg.
Risico’s
Bij elke operatie bestaat een kans op complicaties. Zo kan er een infectie, een bloeding of pees/zenuwletsel optreden, de kans hierop is echter minimaal.
Nazorg
In de hand en vingers is er nauw contact tussen botten en pezen. Bij verwijdering van een tumor uit het bot moeten meestal pezen worden aangeraakt, die daardoor kunnen verkleven. Nabehandeling door de handtherapeut is daarom vereist.
Resultaat
Behandeling van goedaardige bottumoren leidt doorgaans tot goede resultaten. Bij kwaadaardige tumoren is de prognose afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van uitzaaiingen.