Artrose vingergewricht
Artrose is een aandoening van de gewrichten. Normaal gesproken zijn de uiteinden van de botten in een gewricht bedekt met kraakbeen, dat ervoor zorgt dat de botten soepel en pijnloos over elkaar heen schuiven. Bij artrose slijt het kraakbeen en gaan de botten tegen elkaar wrijven. Er ontstaan klachten en uiteindelijk gaat het gewricht kapot.
Klachten
Artrose van het vingergewricht geeft pijnklachten, zwelling en een verminderde beweeglijkheid. Deze klachten kunnen u in uw dagelijks leven, bijvoorbeeld tijdens uw werk, beperken.
Oorzaak
Gewrichten hebben een ophanging die ontwrichting voorkomt. In de loop der jaren kan de ophanging van het vingergewricht gaan verslappen waardoor de gewrichtsoppervlakken verkeerd over elkaar bewegen en artrose ontstaat. De aandoening kan ook ontstaan na gewrichtsletsel, een breuk of bepaalde auto-immuun ziekten zoals reuma.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
Voor (operatieve) behandeling van artrose van het vingergewricht zijn er een aantal opties. Uw huisarts kan er u meer over vertellen.
Risico’s
Bij elke operatie bestaat een kans op complicaties, deze is echter in dit geval klein. Zo kan er een infectie, een bloeding of een peesletsel optreden. In uitzonderlijke gevallen kan de polsprothese uit de kom raken.
Nazorg
Na sommige behandelingen is een gipsverband noodzakelijk. Bij andere behandelingen mag de patiënt de pols meteen weer bewegen. Tegen de pijn en de zwelling helpt een rustgips het beste. Nabehandeling door de handtherapeut is essentieel voor een optimaal resultaat.
Resultaat
Na de revalidatieperiode van twee tot drie maanden is de pijn in de vinger over het algemeen minimaal. De vinger kan na de behandeling doorgaans maximaal 50 procent buigen en strekken in vergelijking met een normale vinger. Wel is de vinger normaal te gebruiken.