Kienböck
Bij de ziekte van Kienböck treedt verschrompeling op van een van de handwortelbeentjes in de pols. Omdat de handwortelbeentjes heel precies ten opzichte van elkaar bewegen, heeft verschrompeling van één beentje invloed op alle andere.
Klachten
De ernst van de klachten is afhankelijk van de mate van verschrompeling. Aanvankelijk is sprake van milde pijn in de pols, toenemend bij activiteit. Later is sprake van constante pijn, treedt zwelling op en bewegingsbeperking van de pols.
Oorzaak
Een verminderde doorbloeding leidt tot verschrompeling van het handwortelbeentje. Onbekend is of de verminderde doorbloeding spontaan ontstaat of wordt veroorzaakt door een ongeval.
Mogelijke behandelingen
Algemeen
Behandeling is gericht op verbetering van de doorbloeding van het handwortelbeentje, het remmen van het verschrompelen van het handwortelbeentje en het voorkomen van slijtage van het polsgewricht.
Risico’s
Bij elke operatie bestaat een kans op complicaties. Er kan een infectie, een bloeding of pees/zenuwletsel optreden. Herstel na polschirurgie neemt doorgaans enkele maanden in beslag en leidt tot beperking van de beweeglijkheid.
Nazorg
Nazorg is gericht op het herwinnen van een zo optimaal mogelijke beweeglijkheid en vindt plaats onder begeleiding van de handtherapeut.
Resultaat
Behandeling van Kienböck beoogt verergering te voorkomen. Na operatieve behandeling hebben de meeste patiënten minder pijn, maar ook een minder beweeglijk polsgewricht.